Bewusteloos

Ik kom binnen in een appartement. Ik spreek met een vrouw. Het is een luxe ingericht appartement, donker. Er is ook een jonge man. We spreken over horloges. Ik heb aangegeven een horloge te willen kopen van 1.000 euro en heb 4.000 bij me. De eigenaar van de horlogezaak komt erbij. Ik hoor hem praten met Tom Nijs, een oud collega. Ik laat hem weten dat ik Tom ken en vertel een verhaal, terwijl ik Tom eigenlijk amper ken.

Eindelijk gaan we dan horloges kijken. De andere man loopt ergens heen om horloges te halen. Hij komt aan met een koffer. We gaan om tafel met z’n 4’en. Ik zie het horloge dat ik eerst had uitgezocht maar vind het veel te groot. ‘Dan zoek je toch een andere uit’, aldus de eigenaar. Hij laat me van alles zien maar ik zie eigenlijk meteen dat er niets tussen zit en ik heb geen zin meer om een horloge te kopen. De drie anderen blijven rustig om mij heen zitten. Ik voel niet echt druk om te kopen hoewel …. ik moet denken aan een vriend en zijn horloge. Een horloge dat ik niet mooi vind maar blijkbaar van een goed merk is. Gelukkig hebben ze dat model hier niet zodat ik het ook niet kan kopen. Ik heb altijd andere horloges gedragen dan de rest.

Voor wie wil ik een horloge kopen. Waarom wil ik zo’n duur horloge kopen. Voor wie? Ik ben weer bezig met de buitenwereld terwijl ik aan me zelf moet denken, voor me zelf wil denken. Niet ten toon spreiden. Niet etaleren. Ik hoef geen goedkeuring van anderen. Ik weet zelf wanneer iets goed is. Ik weet zelf wanneer iets goed is.

We staan op van tafel, ik vraag of hij nog meer modellen heeft omdat ik weet dat hij tijd aan mij heeft gegeven. Ik wil een tegenprestatie leveren. De waarde van iets valt uit te drukken in de hoeveelheid tijd die je er voor hebt moeten werken, zo las ik ooit ergens. Tijd met tijd voor tijd belonen. Zo denk ik daarover.

Ik loop naar buiten. Langs winkels. Het is een soort overdekt winkelcentrum met appartementen. Even later vind ik de weg terug. Net als iemand via een hek het appartementengebouw wil binnen gaan glip ik mee. Hij kijkt en vraagt zich af of hij dat wel goed vind. Ik vertel hem dat ik een afspraak heb bij de horlogeverkoper. De man vind het OK. Hij kijkt nog even in een soort uitschuifbaar RVS bakje waar eten in klaar ligt, voor de bewoners. Hij zegt dat ze het niet ophalen omdat ze geen geld hebben en dus het eten maar laten liggen zodat ze er niet voor hoeven te betalen.

Dat bakje met eten, waar komt dat nu weer vandaag? Eten, voorgekauwd bijna, in ieder geval klaar gezet of klaar gestoomd. Zelf niet kiezen. Laten kiezen, bewusteloos. Anderen laten bepalen wat goed voor jou is of wat goed is in algemene zin. Goede voeding.

Ik kom weer binnen in het appartement. Andere samenstelling van bewoners. Ze gaan weg. Ik mag blijven, geef aan dat ik wil werken en dat is goed. Als ze weg zijn komen ze nog een paar keer terug om het een of ander. Op een gegeven moment zijn ze weg. Ik ben nieuwsgierig naar hun levens. Naar de kleren die ze dragen. Erotiek.

Ik laat me wekken, 05:52, yoga, lezen, nee, de droom opschrijven, kijken of ik het snap.

Ik ben te veel bezig met anderen. Ik hoef geen duur horloge om mijn pols of voorgekookte kost. Ik wil mijn eigen wijze vinden. Ik hoef me niet te verantwoorden of te bewijzen. Het sluipt er steeds weer in. Grom.

Ik wil lezen. ‘This Life’ ligt al sinds juni op tafel. Langzaam. Dat onze sterfelijkheid ons vrijheid geeft. Over het verloop van tijd en eindigheid. De zon komt over de daken en schijnt de keuken in. Teun ligt voor me, uitgestrekt, borst op en neer, adem in, adem uit. Oscar komt om 10 met Emma voor een cappuccino. Ik maak hem goed. Ja. Klaar. Ik ga lezen.

NS
Luca zegt dat hij niet graag leest. Ik vertel hem dat ik dat ook niet graag deed op zijn leeftijd. Hij noemt de aantallen en dat hij in het boek dat ik hem gegeven heb pas op pagina 200-nog-wat-is. Ik probeer hem uit te leggen dat het niet belangrijk is om snel te lezen. ‘Al lees je maar een bladzijde per dag’ en ik laat hem het boek op tafel zien. Hij heeft het gehoord. Het gaat zo lekker met hem en ons.