De Kleine Goedheid

Vanochtend kwam ik aan het eind van het boek ‘Borderline Times‘ geleend van mijn vriend Robert. In dit boek beschrijft Dirk de Wachter zijn beeld op onze maatschappij waarin hij pleit voor sociale psychiatrie als alternatief voor de farmacologische waanzin.

‘De beste manier om medicijnen te verkopen is om de mensen te laten denken dat ze ziek zijn’. Ik herinner me nog onze strijd met de instanties in het kanaliseren van Luca. Wat ik altijd zei: ‘Het grootste gevaar is dat we hem kapot maken‘. Ons hele systeem is overspannen en er is bijna geen ruimte meer voor beweging. ‘Eerst leren we ze lopen en daarna moeten ze zitten‘: aldus Gaarder.

De schrijver eindigt met een beknopte samenvatting van de filosofie van Levinas en ik wordt geraakt door het voor mij nieuwe begrip ‘De Kleine Goedheid‘.

Enige tijd geleden had ik mij verwonderd over het begrip ‘om-ge-ving‘. Voor mij ligt dit in het verlengde van voeding. Ik vind dat alles voeding is en dus niet alleen dat wat wij door onze mond naar binnen stoppen. Zo wil ik zelf graag voeding zijn; goede voeding voor de mensen om mij heen. Ik wil, droom, fantaseer, wens dat ik goed doe, goed ben. Dat ik anderen kan helpen ook al heb ik minimale mogelijkheden.

Onze minister president sprak gisteren in een persconferentie. Hij wijst erop dat we verantwoordelijkheid hebben naar anderen, naar de kwetsbaren om ons heen. De nieuwe richtlijnen respecteren, dat is ook de kleine goedheid.

De kleine goedheid is de goedheid van de nederige mens, die in het besef van zijn eindigheid zijn hoogmoed achter zich laat en spaarzaam hulp biedt. De kleine goedheid kiest voor een partiële, voorlopige, maar reële daad van barmhartigheid tegenover de unieke Ander.