Gio is stil

We zijn vannacht teruggekomen van een paar dagen Italië. Gio kruipt achter de piano die hij vier dagen heeft moeten missen. Ik kijk het laatste nieuws en schrijf over onze reis.

Woensdag zat ik in de lift en bewonder de mooie bergen om mij heen. Gio zit naast me en samen maken we grapjes over de stoelverwarming, in contrast tot de oude liften in Chatél. Ik maak een selfie en besef hoe absurd de situatie is, wij genieten terwijl we van alle kanten bestookt worden met angst, gevaar en controle. Gio is nog zo jong. Ik ben niet blij met de wereld die zich voor hem uitrolt. Hoe moet ik hiermee omgaan?

Een paar dagen eerder, het is vrijdagmiddag. Ik lees van mezelf terug over ‘beschikbaarheid‘ en vraag Gio spontaan of hij zin heeft om maandag naar Anna-Rita te rijden. Zonder na te denken zegt hij ja. Hij moet wel zijn werk overdragen. Ik bel Anna-Rita of het gelegen komt. Als ik het ’s avonds aan Petra vertel schrikt ze maar weet dat het goed is voor ons, samen. We pakken eerst onze rugzakken in want Peet en ik hebben eerst nog een weekendje Pieter Padden voor de boeg.
Tijdens de wandeling vraag ik me af wat ik me nu weer op de hals heb gehaald. Eerst twee volle dagen wandelen, tas ompakken en nog diezelfde nacht in een ruk door naar Bologna rijden. Negenhonderd kilometer ben ik wel gewend maar 1.200 is eigenlijk toch net te ver om alleen te rijden. Zorgen in mij: is het veilig, houdt de auto het met al zijn kuren?

Tijdens het wandelen besluit ik dat we er meteen ook een dagje snowboarden aan vast moeten knopen. Daar heeft Gio wel oren naar. Eenmaal onderweg vraagt hij of we een dagje langer kunnen boarden waarop ik bevestigend antwoord.

Gio is stil maar van Petra weet ik dat hij er heel veel zin in heeft. Als ik hem ’s nachts om 3 uur wakker maak staat hij rustig op en samen vertrekken we. Tot een uur of negen slaapt hij in de auto. Kussens mee, dekentje. Nog nooit had hij zo veel ruimte. Alleen met z’n tweetjes. Rugleuning helemaal naar achter. Onderweg verras ik hem met cappuccino en pannenkoeken. Hij mag het vuur ontsteken met de firesteel wat hij geweldig vindt. Vuur maken. Hij is stil.
Ik ben behoorlijk moe, de lange wandeling met Peet nog in mijn lichaam. Ik zet ‘The Weekend’ op en samen genieten we van de muziek. Gio gooit er wat van zijn favorieten tussen door. R&B, nice.
Ik vertel hem het verhaal over de regio waar we door rijden, Alto Adige, 75 jaar geleden nog deel van Oostenrijk en na de oorlog aan Italië toegekend. Een bijzonder gebied, on-Italiaans. Ik vertel hem de verhalen over het beleid van Mussolini, gericht op het omvormen van de bevolking tot Italiaan, wat overigens nooit is gelukt. Ik laat hem de verschillen zien in bouwstijl en vertel hem over het Ladinisch, het Italiaans en het Duits. Op een gegeven moment verlaten we het berglandschap en rijden we de Povlakte op. Saaie vergezichten. Veel oude, vervallen gebouwen. Fantaseren over mogelijkheden.

Gio en Anna Rita is als David en Anna Rita, een soort intrinsieke verbondenheid die een jaar of 10 geleden is ontstaan tijdens haar eerste bezoek aan Nederland.

Gio speelt nog steeds piano. Hij wil alles van Ludivico Einaudi spelen. Onderweg vertelt hij over de piano. Dat sommige toetsen zwaarder spelen dan anderen wat het lastig maakt om precies dat gevoel uit te drukken. Ik had al gezocht voor een volledig akoestische piano maar het zal moeite kosten om de piano van David weg te doen. Later.

Bij Anna-Rita is het druk. De vijf honden, de TV en zia Marisa laten van zich horen. Het is fijn om haar weer te zien, dat ze me herkent. Ze ziet er veel beter uit dan vorige zomer. Anna-Rita houdt haar goed in de gaten en zorgt ervoor dat ze goed eet. Haar eigen moeder in huis. Mooi, niet de makkelijkste keuze, voor Anna-Rita, de enige optie. Een voorbeeld.

We eten samen en gaan vroeg naar bed. Ik ben moe. De TV staat hard voor zia maar ik val toch in slaap. Gio naast me. Fijn. De volgende dag staan we rustig op. Ik handel wat zaken af. Daarna lopen we door een klein winkelcentrum op zoek naar lekkers voor thuis en onderweg en eten we samen geflambeerde spaghetti Carbonaro om de verjaardag van mijn tante te vieren.
Ik vergeet dat Gio niet van kaas houdt. Dom. Herkenbaar omdat ook ik in mijn jeugd altijd de meest vreemde Italiaanse gerechten kreeg voorgeschoteld. Mangia, mangia, Remo. Mangia Mangia Gio! We pakken zijn portie in een doggybag voor Matteo. Wij doen niet moeilijk over eten. Anna-Rita ook niet. Dom van mij maar een bezoekje Italië is altijd overweldigend. Als het dessert wordt opgediend verandert de muziek en zingen we voor mijn tante een ‘tanti auguri‘ en de versiering knettert op haar ‘Torta di Nonna‘, warme citroencake. Het toeval wil dat ze vandaag 85 is geworden. Ze is helemaal gelukkig. Grappig dat ik net die dag hier kan zijn.

Anna-Rita gaat naar een beurs in Verona en om 17 uur nemen we afscheid. Samen met Gio spring ik in de auto en gaan we naar Santuario di San Luca, een mooie gelegen kerkgebouw hoog boven Bologna uit met uitzicht over de stad en het achterland. Het is een geweldig mooie namiddag en de muren kleuren oranje op. Het is koud, ik heb het koud, vermoeidheid.
Het klooster is te bereiken via een superlange overdekte trap. Eerst denk ik dat het een soort muur is om een complex maar het is niet meer dan een luxe trap. Gelukkig heb ik de auto boven geparkeerd wat ons een heel lange klim bespaart. Toen we langs reden zag ik een paar jongens basketballen. Terug naar huis parkeer ik mijn auto in de buurt en loop met Gio langs het veld. We kijken en Gio speelt een paar ballen mee.

Terug thuis eten we stoofvlees in rode saus gemaakt door Zia. Gio vindt het lekker, gelukkig. Opnieuw gaan we vroeg naar bed want ik wil ’s nachts weer om vier uur aanrijden om vroeg in San Christina te zijn zodat ik tijd heb om snowboots en een liftpas te regelen. Dat eerst lukt snel, die liftpas is een ander verhaal. Hier laat ik het voorlopig maar even bij.

We parkeren onder aan de piste en lopen zo de gondeltjes in. Allemaal mensen met FFP2 maskers op. Kwaak. Totaal gestoord, in mijn optiek. Die ochtend doe ik mee, min of meer. Moeilijk om mijn gedachten hierover uit te schakelen. Ik schaam me voor me zelf en voor de mens.

De eerste dag is het wennen. Gio is ingetogen, wellicht is hij nerveus over het boarden en de overweldigende omgeving of voelt hij mijn onzekerheid. Ik ben zelf niet zo goed in navigeren. Dat laat ik graag aan anderen over. In de regel volg ik en maakt het me nooit zo veel uit waar we heen gaan. Nu moet ik zelf de weg bepalen maar het liftplan is me te onduidelijk.
We bouwen langzaam op en ik begin het een beetje te snappen. Het meest zorgen maak ik me of we op tijd terug bij de auto komen. Het is verdraaid vermoeiend zo’n spontane trip. Ik had de avond ervoor een klein appartementje gevonden in het afgelegen dorpje Kastelruth. Als we na een lange dag rond drie uur bij de auto uitkomen nemen we alle tijd. We genieten van de broodjes en de chocomel en ik laat het materiaal in de zon drogen.

Kastelruth is een klein dorpje op 20 minuten van San Christina. Heerlijke slingerende bergwegen omhoog en omlaag door en langs valleien tot in het dorp. De mooiste wegen zijn bergwegen.
Ik moet even zoeken voor ik het appartement gevonden heb maar Romy ontvangt ons vriendelijk. De ruimte is groot, schoon en van alle gemakken voorzien. Het was een oude werkplaats voor vrouwen die houtwerk beschilderden. Verleden tijd. Nu is het een appartementje met aan het plafond nog Tl-buizen. De pizzeria ligt om de hoek en dat klinkt Gio als muziek in de oren. Hij eet een Margherita en ik maak thuis voor me zelf knakworstjes met brood en pik een stukje van zijn pizza. Gisteren meer dan genoeg gegeten. We zijn rustig. Ik lees en Gio kijkt een serie.

De volgende ochtend zijn we vroeg uit de veren. Ik regel cappuccino en we eten broodjes met Nutella. Om acht uur vertrekken we naar San Christina om vroeg de eerst pistes te pakken. Het loopt soepel en we zijn voor de drukte uit. Opnieuw geweldig mooi weer en de pistes liggen er perfect geprepareerd bij. Nu we het gebied een beetje kennen is het ook meer ontspannen.
Gio is helemaal lyrisch over de pistes en zijn vorderingen. Hij wil heel graag jumpen en het boardercross park in. Ik neem als eerste de kleine jumps – lang geleden – en hij komt achter me aan. Later moet ik hem veel filmen. Hij komt los – letterlijk en figuurlijk – en beneden geeft hij me steeds een high five. Hij is gelukkig. Ik maak een paar mooie foto’s van deze mooie, fijne jongen.

In de lift vertel ik hem dat ik mamma en Luca toch wel een beetje mis. Mamma vanwege haar chit chat en Luca voor zijn ideeën. Het is nu wel heel veel rustiger :) Het valt me op dat we allebei behoorlijk stil zijn. Ik moet denken aan een van mijn meest gelezen boeken, een reisverslag van een vader met zijn zoon, Als ik hem op onze stilte wijs vertelt hij dat hij met zijn vrienden wel meer praat. Logisch. Even later vraag ik hem waaraan hij op dat moment denkt en hij vertelt dat hij naar de muziek luistert, de lyrics, en verder niet zo veel. Gelukkig :) geen chaos in zijn hoofd waar dat van mij overloopt.

Saslong Classic

Opnieuw moeten we die zwarte piste nemen. 100% ijs en best lang, de aansluiting naar San Christina, de auto. Ook de World Cup piste van Val Gardena. Stijl en snel. ’s Ochtends denk ik al vooruit maar de zorgen zijn onterecht. Vandaag gaat het beter en relatief soepel komen we beneden. Na zes uur onophoudelijk boarden is Gio er wel klaar mee en ook ik vind het wel goed, vermoeide bovenbenen. Ik moet bovendien nog 1.000 km rijden en dat zal zwaar worden.

Gio blijft lang wakker. We zeggen weinig. Ik laat hem de mooie omgeving zien en vertel hem over de lijnen. Rond een uur of negen probeert hij de slaap te vinden. We zijn dan vijf uur onderweg, het is donker. Ik begin af en toe te geeuwen. Maak me zorgen over de laatste 300 kilometer maar met hangen en wurgen red ik het op een mix van cantuccine, chips, cola en twee keer een korte stop als ik 5 minuten mijn ogen sluit.

Het is fijn om samen onderweg te zijn. Ik wil hem laten zien dat je spontaan, ongepland op reis kunt gaan en dat het eigenlijk altijd wel goed komt. Ik ben blij dat ik dit kan geven. Ik ben bevoorrecht. Mijn leven heeft kwaliteit*.

* Wat is kwaliteit?

NS
Ik denk dat ik het boek nog een keer ga lezen. Kijken wat het nu met me doet. Elke 10 jaar opnieuw! Geen mens leest ooit, hetzelfde boek, een tweede keer.