Ik hoor bij Remo

Ik hoor bij Remo.” Ik hoor :) het Petra twee keer zeggen als ik haar eergister in het concertgebouw voorstel aan collega’s. Je zegt het zo gemakkelijk. Even later kom ik in contact met een vrouw. Ze kijkt me aan en vraagt of we elkaar kennen; het gebeurt me vaak. Ik begrijp niet waarom. Ik maak de voor de hand liggende opmerkingen en ze moet lachen als ze snel ‘haar man’ aan wijst.

Moeten we ergens bij horen? Zijn de mensen om ons heen van ons? Je zegt het zo gemakkelijk: ‘Mijn zoon, mijn vriendin’. Daarom was het onderstaande zinnetje zo treffend:

Want we denken dat we kinderen maken.
We denken dat wij ze vormen en creëren wie ze worden.
Want we doen alles voor hen, we houden van heb, we begeleiden hen.
Maar nee, we maken ze niet.
Kinderen komen niet ‘van’ iemand, maar ‘door’ iemand.

De moeder van, in de Netflix serie ‘Anna Delvey’; voorlaatste aflevering.

Verder is Petra niet zo heel gehoorzaam (goed van gehoor). Sterker nog, dat valt behoorlijk tegen, letterlijk én figuurlijk. Dat eerste, niet zo fijn, maar figuratief gesproken natuurlijk helemaal goed. Zoals iemand ooit schreef: “Er zit voldoende rood in haar.” Ha, letterlijk en figuurlijk.

Een bijzonder woord dat ‘horen’. De afgeleiden: gehorig, gehoorzaam, Ik hoor bij hem. Eigenlijk een vreemde invulling van het begrip ‘horen’. Wellicht om aan te geven dat je naar elkaar luistert, dat je oor (geh-oor) voor elkaar hebt en dus je leven op elkaar afstemt. Om te kunnen afstemmen moet je kunnen luisteren.

Ja, horen, horend doof. Ziende blind. Als er te veel informatie op mij afkomt, wordt het ruis.

Een instrument

Het concert van het NSO was verrassend mooi. Nog nooit eerder heb ik een klassieke voorstelling bijgewoond. Vooraf hoorde ik dat ze drie stukken zouden spelen. Ik vroeg me af hoe ze hier een avond mee gingen vullen; een echte leek. Zelf houd ik van rustige muziek en weinig instrumenten, het liefst een of twee, als ik zang mee mag tellen als instrument. Deze avond zaten meer dan 80 musici op het podium. 80 musici, als was het er 1. Vanaf de eerste minuut was ik erbij en heb ik stil gezeten. Ik geloof niet dat mij dat ooit eerder is gelukt.

Olivier – Werkwijzer – dank je wel voor je uitnodiging. Dank je wel voor deze mooie ervaring, zeker ook in naam van Petra. Ik had mijn auto buiten het terrein tot 22:15 geparkeerd, een beetje dom. Dat biertje drinken we een ander keertje. Geen haast, tijd genoeg.