Puzzlestukje

Het is, ergens in Juli 2020, de week voor Biarritz. Mijn zus vindt het maar niets dat ik naar Frankrijk ga, angst voor Corona. Ik heb haar na ons eerste contact eerder dat jaar niet meer gezien. Ik houd niet van videobellen en bellen in het algemeen. Wekelijks hebben we contact, zo nu en dan, enkel een berichtje, via WhatsApp, verder komt het niet, het is goed. Ze heeft leuke humor, lekker cynisch. Ik houd de afstand, waarvan ik merk dat ze die prettig vindt, angst voor Corona en wat nog meer?

Ze vraagt of ik zand van Biarritz mee wil nemen. Ik houd van vreemde verzoeken en vraag niet naar het waarom. In Biarritz denk ik er vaak aan maar steeds als ik aan het strand ben vergeet ik het. Op een ochtend gaan Peet en ik heel vroeg het strand op, de zon nog achter het land, vanuit het binnenland. Het is heerlijk rustig, lekker warm, golven als altijd. We lopen zo ver we kunnen tot een klif in zee ons verder lopen onmogelijk maakt; puzzelrots, hij lijkt te bestaan uit een zacht materiaal dat uit elkaar brokkelt, heel veel barstjes, losse deeltjes, een enorme 3-dimensionale puzzel. Je kunt er stukjes uithalen en ook weer terug stoppen.

Ik denk aan Isabell en neem een puzzelstukje uit. Een paar meter verder buk ik voor een langwerpig afgeronde steen en een schelp; die vind je nagenoeg niet, op het strand van Biarritz. Ik stop ze in mijn broekzak. We lopen terug, voor stokbrood en koffie. Het puzzelstukje, de steen en de schelp leg ik in de deur van mijn auto. De dag dat we vertrekken overweeg ik toch nog kort, voor zand, het strand, op te zoeken maar ik laat het erbij, ik wil rijden, het is een lange rit terug. Ze moet het doen met wat ik heb. Als je me iets vreemds vraagt mag je toch ook een vreemd antwoord verwachten :)

De 3 elementen reizen de daarop volgende maanden in mijn auto mee. Ik zie ze liggen en laat het zo. Ik weet niet wanneer Isabell jarig is, ik onthoud nagenoeg nooit een datum. Heb zelf niets op met verjaardagen maar weet uit ervaring dat onze oosterburen felicitaties waarderen. Toch laat ik het erbij, ik vraag niet na.
Ook als het kerstmis nadert overweeg ik het cadeautje op te sturen maar ik vind het een onlogisch, verzonnen feest; 25 12 is de geboortedag van David, dat is wat ik zeker weet. De 3 elementen liggen inmiddels enige tijd in de vensterbank en vangen mijn aandacht. Ik verschuif ze, zo nu en dan. Ik weet niet hoe-en-of ik ze leuk moet verpakken en wil daar eigenlijk ook niet over nadenken. Ik houd niet van verpakking.

Omdat ik lid ben geworden van Pelgrimswegen heb ik enige maanden daarvoor een zakje hooi gekregen met daarin een hanger, waarmee je als ‘pelgrim’ toegang krijgt tot diverse overnachtingsplekken onderweg naar Rome. Het zakje ligt al die tijd naast de objecten. Vorige week besloot ik de penning eruit te halen en het zakje te gebruiken als verpakking. Ik leg het op de trap om er, later, op zolder, een pakketje van te maken. En ook daar ligt het weer enkele dagen.

Zaterdag zijn we gestart met het Pieterpad, van Noord naar Zuid. Gisteren toch blaren onder de voeten. We lopen met relatief zware rugzakken omdat we het eten, de tent en onze slaapspullen mee willen dragen. Omdat het vroor, de tent boven opengewerkt was en mijn luchtbed in minder dan geen tijd leegliep besloten we gisteren, aan het eind van etappe 2, terug naar huis te rijden.

Daardoor heb ik vandaag tijd genomen om bestellingen te verwerken en gaan we vanmiddag op zoek naar een tent (lichter, compacter, warmer) en ons eigen kooksetje. Als ik de klantbestellingen voor verzending klaar maak besluit ik het puzzelstukje, de steen en de schelp naar Isabell te sturen, samen met de brief, die ik enkele maanden geleden al schreef :) Als ik het naschrift van vandaag wil dateren schrik ik; het is de datum waarop David’s hart stopte met kloppen, in zijn lichaam. Vandaag nog, klopt het verder, in het lichaam, van iemand anders. Iemand in Duitsland, als een perfect passend puzzelstukje.

Ik zeg vaak ‘in herinnering levend’ maar als ik dit nu schrijf bedenk ik dat je om mij, om ons, heen had kunnen zijn. David, ma vaffanculo. Het is, vandaag, 18 jaar verder in de tijd, 26.04.21

NS
Vandaag, het is, 30 april. Ik ga naar zolder en vind de brief die ik bij zou sluiten. Ik ben dus vergeten hem in de envelop te doen. Ik app Isabell en zet de brief door. De post was echter nog niet aangekomen maar even later, dan toch, en stuurt ze mij een foto.