Standaard

Ik lees ‘Opwaaiende Zomerjurken‘ van Oek de Jong. Na te veel Harari en Grünberg ben ik toe aan een roman. Ik kom er moeilijk in omdat ik met name voor het slapen lees. Meestal heb ik dan na enkele pagina’s genoeg en ben ik weg. Aan het begin lees ik over Edo, als kleine jongen, en zijn gevoelens voor zijn moeder. Het spreekt me niet aan. Als hij een decennium later enkele weken bij zijn oom en tante doorbrengt en de verhoudingen duidelijker worden beschreven begint het verhaal mij te pakken.

‘Hij voelde de heupen van zijn moeder bewegen onder zijn handen. Hij zag de gespierde benen van mevrouw Koelman. En die zomerjurken, nu eens klevend aan hun benen, dan weer opbollend als kleine parachutes. Alles was gewoon zoals het was. Maar hij hoorde bij alles en zweefde.’

Oek de Jong in Opwaaiende Zomerjurken

Ik heb bewondering voor zijn woorden. Jaloersmakende, de manier waarop De Jong zijn gevoelens en gedachten weg kan schrijven. De woorden die hij kan gebruiken, de zinnen die hij formuleert. Ik wil accentueren, onderstrepen en met mijn vingers markeer ik, een beetje onhandig, zinnen en woorden via de e-reader. Ik vertel tegen Peet dat ik ervan baal dat ik mijn woorden niet op papier krijg. Veel meer gedachten dan vaardigheid en tijd om te noteren en zelden een notitieblokje bij de hand.

Ik had een hele tijd geleden een hele stapel zwarte notitieblokjes gekocht. De bedoeling was ze overal te laten slingeren opdat ik altijd pen en papier bij me had. De blokjes hebben geen pennenhouder maar wel een elastiek waar ik eventueel een pen tussen zou kunnen duwen. Maar voor wie zijn die blokjes en hoe ga je ze gebruiken?

Ik ben nog niet zo ver, om niet, te willen begrijpen.

Ik sta op uit bed en loop naar beneden. Uit de keukenkast graai ik een boekje, met mijn ogen half nog dicht. Als ik het open zie ik dat deze al helemaal vol gekliederd is. Ik blader snel een beetje door Poolse woorden en Griekse zinnen, korte steekwoorden en gedachtes waaronder “Het is een voorrecht om naast iemand wakker te mogen worden” en “Soms is iets onlogisch tot het logisch wordt.” Dat laatste vul ik aan: “Ik begrijp het niet. Hoeft ook niet.” (p. 312, Opwaaiende Zomerjurken). Ik ben nog niet zover, om niet, te willen begrijpen. Ik ben nog niet zover, om niet, te hoeven begrijpen.

Standaard

Ergens halfweg lees ik het woord standaard. Het vangt mijn aandacht. Standaard, Staander, Stand. Staand. Staan. Ik sta.

Gisteren was het gezellig op straat. Mijn directe buren zijn van de verbinding en vullen het gat dat Bouke heeft achter gelaten. Ze wonen nu ruim een jaar naast ons, links en rechts, en ik mag ze graag. Ik pest Edwin (en ook Adrie) met zijn Volvo en dito Labrador maar hij kan het van me hebben; hem krijg je niet makkelijk gek. De Volvo is door zijn vrouw geselecteerd ;) waardoor hij een vrijbrief heeft op de aanschaf van vette fietsen.
Ook dit jaar bakt hij samen met Inge een massale hoeveelheid oliebollen en appel beignets, de hele straat verzamelt zich onder de tent. Het zomerfeest was ik afwezig. Het heeft de straat goed gedaan. Petra kent de meeste mensen al, openhartig als ze is. Waar ik altijd een mening heb ziet zij altijd het mooie en het goede.

Ik kan goed overweg met de meeste mannen. Met name Zacharias, een gekke Marokkaan met een heel erg veel te dikke AMG, nu al legendarisch bij alle jongens. Wij houden elkaar voortdurend voor de gek. Toen ik hem van de week een Italiaanse Pannetone kwam brengen liep hij een beetje achteruit omdat hij bang was voor wat ik achter mijn rug verborg. Heerlijk. Ik kan zo lachen met die gast. Hij is niet zo standaard binnen de kaders van de wijk en we omarmen elkaar en vechten. Ik vind dat zo mooi aan Nederland, die enorme verscheidenheid in culturen.

We wonen in een welgestelde nieuwbouwwijk net zo als ook in mijn jeugd. Een wijk waar jonge gezinnen samen komen. Het is vreemd. Hoewel ik in de regel iedereen heel erg energiek benader, voel ik me toch een buitenstaander.

Gio komt erbij als Petra hem roept. Hij verwisselt zijn pyjamabroek voor een modische look. Hij vertelt me dat hij bijna niemand kent. De meisjes van links en rechts houden hem in de gaten. Ik vind het grappig om te zien. In mijn jeugd kende ik werkelijk iedereen in mijn wijk. Het leven speelde zich buiten af.

Ik denk na over standaard en moet denken aan Luca zijn fiets. Hij heeft al twee keer een standaard afgebroken. Logisch. Niet zozeer omdat hij zo woest omgaat met zijn spullen, integendeel, hij is juist heel erg zuinig en bewust. De eerste standaard was van poreus gietijzer en brak in tweeën. De tweede raakte los vanuit de ophanging gemaakt van drielaags aluminiumfolie. Hij heeft nu eenmaal een zeer goedkope tweede hands fiets van ons gekregen. Deze fiets, zonder standaard, staat in onze berging, leunend tegen de muur of een andere fiets.

Als een fiets niet fietst, dan valt hij om, zo zonder standaard. Een fiets in beweging heeft geen standaard nodig.

Ik moet denken aan een ervaring in mijn jeugd. David een jaar of 9. Hij had net een nieuwe fiets gekregen van onze ouders. Wij hadden een boeiend spelletje. De linkerhand aan het stuur, rechthand aan het zadel, een lange aanloop en dan met een krachtige zwiep aan het zadel kijken hoe ver de fiets, uit eigen beweging, door kon rollen, tot hij door zwaartekracht en wrijving gegrepen, werd afgeremd en neer geworpen. Iedereen – onder de 18 – vond dit een geweldig spelletje, in een tijdperk waarin er geen auto’s op de weg stonden en elk huis zijn eigen oprit had. David kende geen grenzen. Zijn nieuwe fiets was na die dag getekend voor het leven. De reactie van mijn vader of moeder kan ik me niet meer herinneren.

Standaarden zijn handig en geven houvast maar zijn overbodig als je je wilt voortbewegen. Standaarden belemmeren en remmen af. Soms zijn ze defect en moet je ze vervangen of opnieuw in hoogte stellen. Soms kies je ervoor om zonder standaard te leven.
Ik leef in een wereld met veel standaard om mij heen. Het is moeilijk om te bepalen wat mijn eigen standaard is. Ik ben onzeker over mijn mening. ‘Wat mis ik? Waar zie ik het fout?’

Als je hard wilt gaan heb je geen standaard nodig, dat zal elke wielrenner je kunnen vertellen. Zelfs dat wieldopje, is dan al te veel, toch, Edwin?

Zum Wohl,

Remo

NS
Ik ben blij met onze straat en de mensen om ons heen.

NNS
Ik lees net de recensies over het boek. Overwegend negatief met opmerkingen als ‘langdradig’ en ‘saai’. Ik onderken de trage eerste hoofdstukken maar dan missen de lezers toch echt de intensiteit waarmee De Jong de wereld via Edo waarneemt en juweeltjes van opmerkingen.

NNNS
Opmerkingen. Mooi woord. Opmerken. Iets signaleren. Extra mooi als je ziet wat een ander niet ziet. Omdat jij het ziet, of wilt zien. “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is … ” Kinderen houden van dit spelletje ;)

NNNNS
Alleen al om de titel een geweldig boek. Dat beeld van opwaaiende zomerjurkjes, vrouwelijkheid, lichtheid.