Omgeploegde aarde, tanken

De tank is bijna leeg. Ik neem de lange route, door de landerijen op weg naar het tankstation. Ik zie een stuk grond, links van mij. Mooie kleuren, donkere aarde, net geploegd. Ik zie de grond en denk aan de tijd die komt. De herfst, de natuur die zich voorbereidt op de rust. De boer ploegt zijn land en laat het liggen opdat hij komend voorjaar weer in kan zaaien.

Ik rijd verder. Links en rechts passeer ik bomen, als mensen in mijn leven. Ik zie ze. De meesten rechtop, ronde kroon. Af en toe een fantastische treurwilg. Wat een foute naam. Gewoon een boom met lang haar, dat hangt, bewegend in de wind. Mooi. Wat, fantastisch.

Even later, een uitzicht zonder bomen langs de weg. Rust. Uitgestrekt, op de achtergrond, heuvels uitnodigend tot beweging, soepel glooiende lijnen. Geen bomen, geen mensen, naar binnen gericht, reflecterend. Aandacht voor mij zelf, geen afleiding.

Hang loose

Op de snelweg, een gek duwt en haalt me in. Ja, ik rijd als een bejaarde. Even later houdt hij in. Ik weet dat hij wat wil. Het is Marc. Ik geef hem een hang loose en we lachen. Hij belt, we praten bij, elkaar nagenoeg niet meer gesproken het afgelopen jaar. Hij is erg druk. Koffie, volgende week :)

Vanmiddag op pad met collega’s van weleer. Een klein team dat, bijna 20 jaar geleden, samen klonk; software verkopen, implementeren en veel lachen. 4 filosofen, 4 genieters, 4 levensgenieters. Ik verheug me op vanmiddag. Ik bel Jan Willem en vraag of hij mee wil rijden. Ik vraag hem hoe het is, ik hoor. Ik ga eerder heen, veel eerder, samen lunchen. Eerst een paar uur met z’n tweeën en daarna samen onderweg. Ik verheug me.

Open grond

Het is heerlijk om het land open te laten liggen. Het ziet er mooi uit. Dat heerlijke donkerbruin, niet strak maar grof. Geweldige textuur, open. Wat ben ik toch rijk. Wat ben ik toch rijk. Veel bomen om mij heen, mooie bomen en af en toe omgeploegde aarde of een uitgestrekt weiland. Ik houd van mijn natuur.

Weiland – wij land?