En nu?
Wietse stuurt me een bericht. “Volgende week weer eens afspreken.” Ik heb hem deze zomer leren kennen op Kamp Heumen. Samen hebben we honderden bedden in elkaar gezet en uitelkaar getrokken. Voor de militairen, de helden in onze gewenste toekomst. Spass muss sein.

Hij viel meteen op tussen de 10-tallen jongeren en rondbuikige militairen. Als een van de weinigen niet voorovergebogen over het schermpje aan lange tafels. Een soort Anthony Hopkins in Instinct. Gepensioneerd SAP-consultant, lange grijze lokken. Hij spreekt me tijdens onze eerste missie aan.
Als de Nijmeegse vierdaagse achter ons ligt houden we contact. Zo nu en dan wandelen we. Zo ook gisteren. Hoewel we ruim 10 jaar in leeftijd schelen bevinden we ons ergens toch in een vergelijkbare fase; en nu?
Hij heeft moeite met zijn status als gepensioneerde burger. Het niet meer in dienst zijn. Ik moet denken aan een vriend die omwille van vage redenen gepasseerd werd voor een promotie naar een topmanagement positie. Hij mocht op zoek mag naar een andere werkgever en kreeg daar bij coaching en outplacement begeleiding. Ik kon daar de ironie wel van inzien. Net als Wietse stelde ook hij zichzelf de vraag: en nu? “Ik werk al mijn hele leven bij de bank. Dat dat is wie ik ben.” Grappig. Ik denk erover na en ben oprecht nieuwsgierig waar hij zijn tijd voor gaat inzetten.
Geleende Levens
Ik lees vanochtend vroeg in bed de laatste regels van het boek ‘Geleende Levens’ van Bernlef. Wat is identiteit? Een masker dat je naar believen op en af kunt zetten, of iets dat onvervreemdbaar bij je hoort? Drie verhalen: een hoofdrolspeler in een soap-serie wordt de serie uitgeschreven, een man die werkt voor de inlichtingendienst moet onderduiken en een ambtenaar kort na de val van het communisme in Hongarije verlies zijn administratieve baantje. Al dan niet moeiteloos wisselen de personen van rol.
Wat ben je als je niet betaald wordt door iemand? Ik moet het anders formuleren. Ben je dat waarvoor je betaald wordt? Zet je je in voor dat waarvoor je betaald wordt? Ik denk met afschuw aan alle broodjournalisten en mediafiguren, onder regie van ‘de hoofdredacteur’. Aan alle wetenschapper onder aansturing van de ‘sponsor’. I
Ik herinner me een van mijn eerste sollicitaties, ik kan het hier nu wel beschrijven, zoveel jaren later. ‘Rackjobber voor Philip Morris.’ Ook al had ik een HBO-diploma en een universitaire titel, ik had geen idee hoe ik in mijn inkomen wilde voorzien. Ik solliciteerde bij Philip Morris, producent van sigaretten. Ik vraag me af hoe ik ooit die brief heb kunnen posten. Er zijn maar weinig mensen in mijn omgeving die tabakswaren meer verafschuwen dan ik. Ik solliciteerde dus tegen mijn principes in. Wat zou er gebeurd zijn als ik die baan wel had gekregen? Was ik dan Marlboro Man geworden?
Ik lees de laatste regels en sluit het boek van Bernlef. De ambtenaar mag na enkele kortstondige baantjes weer plaats nemen achter zijn oude bureau in het archief :)
In mijn boekenlijst verschijnt ‘De Wereld als Wil en Voorstelling’. Ik moet lachen en denk aan de Maharishi: “Ik bijvoorbeeld” zo vervolgt de Maharishi, “heb mezelf tot Maharishi verzonnen en het werkt.” Een Maharishi die 1000 ballen per uur kan vragen.

En Wietse? Ik ben benieuwd wat hij gaat doen. Dat ideetje ’touringcarchauffeur’ spreekt me aan. Minder tijd te leven dan geleefd en dus liever op pad met mensen die er zin in hebben, een dagje Efteling of André Rieu. ‘Als je nu links kijkt … zie je rechts niets!’
Verzin het maar :)
Gisterochtend werkte ik bij Oscar onder het systeemplafond. Ik ga, aanvullend op luchtzuiveringsapparatuur, energiecontracten verkopen in combinatie met complementaire producten en diensten. Ik wil dat inpassen in het ‘Clean Air Company‘ verhaal. Ik werk de propositie voor het eerst uit en vraag me af of het logisch is. Kan ik het met rechte rug verkopen? Is het een plausibel verhaal?
Ik spreek de eerste opzet – veel te lang – uit naar Oscar. Hij moet lachen: “In je Panda?” Dat vraagt een advocaat die jarenlang in een Defender heeft gereden met daarop een stokstaartje, olifant of tijger :) afgebeeld. Ik vertel hem dat het petten zijn die je makkelijk kunt wisselen. Als ik deuren ga ’trappen’ dan ga ik van A naar B op een step, soepel rollend over het asfalt van het bedrijventerrein. Een elektrische step natuurlijk, ‘groene energie’. En de Panda … die parkeer ik bij de Gamma om de hoek, dat zeg ik!
