Het stinkt

Ik rijd vanochtend naar Nijmegen waar ik zo nu en dan een plekje bezet. Ik wissel graag van omgeving en kan hier rustig mijn ding doen. Als ik onderweg ben schiet altijd van alles door mijn hoofd. Een citaat van Jostein Gaarder in zijn boek Het Geheim van de Kaarten: ‘We leren kinderen lopen en zodra ze dat kunnen moeten ze van ons zitten.’ Ik rijd op het stoplicht toe en hoor mijn vader in zijn unieke Nederduits: ‘Late die Kienderen toche Spielen, Remo!‘ Ik weet dat ik weer moet schrijven.

We zien maar mogen niet kijken
We voelen maar mogen niet aanraken
We praten maar mogen niet spreken

We kunnen maar mogen niet

Mijn variant op de leer van Confucius: Horen, zien en zwijgen

Alle zintuigen worden geremd. Een regering die handelt per decreet en waar nodig de wet aanpast, in een handomdraai. Een volk dat volgt. Een beleid dat ons immuunsysteem verwaarloost op basis van specialisten die zeggen het te weten. Producenten van chemicaliën spinnen garen.

Wij mogen luisteren; niet bediscussiëren. Tegengas geven is ongewenst gedrag en wordt afgeleerd, zo vroeg mogelijk, al in onze jeugd. Een gevaarlijke combinatie van negeren en straffen. En als dat niet werkt dan hebben ze daar een stempeltje en pilletje voor. Ziekte en medicijn noemen ze dat; The Joker en Batman. Nee, mensen die vragen worden overgeslagen, genegeerd, geridiculiseerd, zwart gemaakt, weggezet als lastig, achterlijk of idioot maar in ieder geval fckng irritant.

Waar zijn we mee bezig? Wat doen we ons zelf en, onevenredig veel belangrijker, wat doen we de kinderen aan?

Ik heb me nog nooit eerder zo druk gemaakt. Belanghebbende thema’s zoals mensenrechten, milieu, economie, politiek of sport boeiden mij niet. Ik leefde mijn tijd, mijn kleine leven en had plezier. Ik herinner me vroeg in mijn jeugd de bezorgde burgers van Swalmen, protesterend tegen de aanleg van de A73. Bewogen Swalmenaren met een bus naar Den Haag om samenvoeging met de Gemeente Roermond te voorkomen. Er waren zelfs mondige Swalmenaren die zich inzetten voor het behoud van een of ander reptiel om zo de aanleg van die snelweg met jaren te vertragen.
Nee, sociaal maatschappelijk bewustzijn zat er bij mij niet in. Dat is mij ook nooit voorgedaan of aangeleerd. Ik wist niet beter, nooit geprikkeld, weinig voorbeeld, onbevraagd. Ik kwam niet verder dan knikkeren, stoepranden en tennissen.

In 2019 was daar in een keer dat overweldigende virus waar iedereen het over had. Voor mij een nonderwerp. Die maanden net zo onbelangrijk als voetbal of autoraces.

Grondhouding

In januari ’21 vraagt een vriend mij via Messenger naar mijn grondhouding ten aanzien van de corona-politiek. Ik beschrijf mijn wens dat mensen zich goed verzorgen. Ik schrijf hem dat ik vind dat te veel mensen hun verantwoordelijkheid voor het eigen lichaam afschuiven. Dat het geen probleem zou zijn als ze hun eigen lichaam goed hadden behandeld. Dat ik denk dat de Nederlandse regering het moet doen met de lichamelijke toestand van het volk op dit moment. Dat ik denk dat Nederland te klein is om af te wijken van het beleid in de ons omringende landen. Ik schrijf hem dat ik het niet weet en dat ik alleen na wil denken over onderwerpen die mij en mijn omgeving direct raken. Onderwerpen die vragen om een beslissing. Ik schrijf hem dat ik nagenoeg geen nieuws tot mij neem omdat ik er negatief van word.

Hij vraagt of het wel OK is dat ik geen media volg als verder wel de hele mensheid hierdoor beïnvloed wordt? Hij stelt: Die wereld waarin de liefde regeert is momenteel verder weg dan ooit. Er is meer propaganda en censuur dan we ooit hebben gekend.

Ik lees het vandaag terug en word pas nu geraakt door zijn vragen?

In 2019 heb ik genoten van de rust. De eerste maanden van dat jaar waren fantastisch mooi. Blauwe luchten zoals ik ze alleen in mijn jeugd nog maar had gezien. Lege straten, rust. Veel rust en heerlijk weer. De poppenkast om mij heen vond ik lachwekkend. Hoewel ik het NRC had opgezegd en het nieuws niet zocht komt het toch tot me, in vlagen via scherm of luidspreker en natuurlijk in de dagelijkse omgang.

Ergens in mei dat jaar droeg ik voor het eerst een mondkapje. Enkele maanden later werd het mij verplicht bij het betreden van Franse winkels. Ik vond het niks. Wil er niet aan wennen. Het bleef mij verbazen. Al die conformisten met het gelaat bedekt. Het was, is en blijft voor mij onvoorstelbaar, onbegrijpelijk, onwaarschijnlijk. Ook toen had ik nog geen actief onderzoek gedaan. Ik voelde enkel en alleen verwondering.
Ik zoek altijd contact met mensen om mij heen en al helemaal met kinderen, die zijn nog niet zo schuw en staan vaak nog lekker open. Gelukkig droegen die geen maskers. Ik weigerde zelf, gaandeweg en bleef contact maken.

Ik baalde pas echt toen het in November duidelijk werd dat de wintersport in Kaprun niet door zou gaan. Ik had ontzettend veel zin om met de jongens de berg af te raggen. Het jaar daarvoor had ik ze leren boarden en ik verheugde mij op vette afdalingen en heerlijke schnitzel.

Brave wetenschappers

Ik had gehoord dat een vaccin in de maak was. Een goedje dat de wereld zou gaan redden. Ik wist nog helemaal niets over het virus en het leek me goed nieuws. Het gaf de mensen hoop. Mijn alarmsystemen zwegen. Het was nog steeds niet mijn tijd om te studeren. Ik wil geloven in het goede van de mens.

In de loop van 2020 wordt het me echter duidelijk dat de regering het goedje niet alleen aan bejaarden of mensen met pathologische verschijnselen beschikbaar wil stellen maar dat zij alle mensen willen injecteren. Dus, niet alleen bejaarden met onderliggend leiden, zoals ons eerst werd verteld, nee, alle mensen. Alle mensen boven de 80, alle mensen boven de 70, alle mensen boven de 60, alle mensen boven de 50, alle mensen boven de 40, alle mensen boven de 30, alle mensen boven de 20, alle mensen boven de 10 en, sterker nog, zelfs de allerjongsten. Alle mensen.

Pas toen dit volledig tot mij doordrong was het tijd om zelf te gaan onderzoeken. Ik had natuurlijk een algemeen standpunt ten aanzien van mijn lichaam en de inzet van medische zorg. Het komt er in het kort op neer dat ik:

  • mijn lichaam, in de regel, goed verzorg door een combinatie van beweging, voeding en rust;
  • bij kwaaltjes kijk wat ik zelf kan veranderen;
  • argwanend ben ten aanzien van alles in de vorm van een pil of voedingsmiddelen met ingrediënten met daarin de letter X of Y;
  • wil begrijpen hoe iets werkt;
  • begrijp dat specialisten vaak leiden aan tunnelvisie (wees gerust, dit is redelijk goed te genezen door middel van boekenonderzoek maar denk er niet te gemakkelijk over, het is uiterst gevaarlijk en besmettelijk);
  • weet dat de meeste specialisten het niet weten;
  • niets zeker weet;
  • zeker weet dat ik niets zeker weet, denk ik, maar ik onderzoek het graag, eventueel ook samen met jou.

De belangrijkste vraag! Is dat zo?

Deze grondhouding ten aanzien van mijn zelf wil niet zeggen dat ik het verhaal van specialisten niet tot mij neem. Ik luister graag. Pas heel recent ben ik mij ervan bewust dat ik bij elk verhaal vraagtekens mag plaatsen. En, ik heb de beste vraag ontdekt. Wat ik hiermee bedoel is dat je elk verhaal mag betwijfelen. Dit is niet gemakkelijk en kost veel tijd. Veel mensen vinden het ook echt niet fijn als je vragen stelt.
Ook mijn tijd is beperkt dus moet ik keuzes maken. Dit onderwerp, mijn gezondheid en de gezondheid van de mensen om mij heen, vind ik echter dermate belangrijk dat ik hier nu veel tijd aan besteed. Ik wil begrijpen: wat is het, waarom is het en wat gebeurt er?

Van nature ben ik recalcitrant en vind ik het fijn om aan de rand van een systeem te staan zodat ik ook andere systemen kan zien.

Toen mij duidelijk werd dat de regering tot doel had om iedereen in Nederland te injecteren ben ik gaan onderzoeken. Ik heb dagenlang interviews gekeken en aanvullend onderzoek gedaan op basis van de informatie vanuit die bronnen. Ik kan tegenwoordig opnieuw genieten van Jensen omdat hij eindelijk weer eens lekker duwt op de plek waar het stinkt. Is het jullie opgevallen dat geen enkele cabaretier is opgestaan om een tegengeluid te laten horen? Ik begrijp het wel.

Titel en Tenue

Ja, ik wil een specialist geloven op zijn woord. Ik wil geloven dat hij het goed bedoelt maar goed is niet goed genoeg! Ze kunnen beter! Ik weet nu dat heel veel specialisten het niet weten. Ze denken het te weten en met titel en tenue maken ze indruk maar het stinkt. Het stinkt enorm. Ruik je het?

Ik ben uit ’69 en volgens plan had ik die injectie al moeten laten zetten; natuurlijk heb ik dat nog niet gedaan en verbazen mensen zich over deze burgerlijke ongehoorzaamheid. Ik moet dat namelijk niet voor mij zelf doen, zo wordt mij verteld, maar voor anderen, kwetsbaren om mij heen. Dit is een gotspe. Wat dus algemeen aangenomen wordt is het volgende: als ik mij injecteer met dat goedje dan ben ik niet meer besmettelijk voor anderen.

Dan komt nu mijn vraag:

  • Is dat zo?
  • Kan ik daarna het virus niet meer krijgen?
  • Is dat zo?
  • Ben ik dan minder besmettelijk?
  • Is dat zo?

Als ik de bronnen raadpleeg, zowel de door een regering gevulde bronnen, de door fabrikanten opgestelde documentatie, de standaard media en de recalcitrante media, dan kom ik tot de conclusie dat op deze vragen het antwoord nee is!

En, let goed op, zou het kunnen zijn, dat door massale injectie juist meer mensen worden besmet? Ik durf het bijna niet te vragen. Ik bedoel, laat ik voor het gemak maar even aannemen dat dit goedje iets met jou en jouw virus doet. Ik wil er heel graag in geloven dat jouw lichaam minder tot geen signalen geeft wanneer jij onverhoopt dat virus in je krijgt. Tot zover klinkt dit geweldig. Maar als we even verder redeneren dan kan het gebeuren dat jij vroeg of laat iemand bezoekt die minder weerbaar is terwijl jij dat virus bij je draagt maar het niet weet omdat je gewoon geen signalen krijgt. Je hebt geen koppijn, verhoging, kortademigheid of snotneus. Je voelt je gewoon goed. Is dat mogelijk? Ja toch?
Omdat ik zelf voorlopig deze injectie weiger zal ik bij een eventuele besmetting in de toekomst vermoedelijk wel gevolgen ervaren en mij dus, hopelijk beperkt en heel erg tijdelijk, niet zo fris en fruitig voelen. Ik heb dan waarschijnlijk niet de energie om bijvoorbeeld die 100 km naar mijn bejaarde moeder toe te rijden. Zelfs als ik dat al zou kunnen dan zou ik dat niet doen want, ja, het lijkt me logisch, ik voel me ziek, zwak en misselijk.

Wat is dan verstandiger? Wel of niet injecteren? Vertel het me.

Dit is natuurlijk een mogelijk scenario. Ik heb het niet onderzocht en ook geen inzicht in de werking van het goedje maar ik vind het vooralsnog behoorlijk plausibel. Wat vind jij? Het is toch zeker het onderzoeken waard zou ik zeggen maar dat vraagt tijd. Tot op heden is er echter nog maar bar weinig onderzocht ten aanzien van de eventuele effecten van dat goedje. Op mogelijk effecten ga ik nu nog maar even niet in omdat ik de noodzaak niet zie. Mijn basisregel, bij twijfel (meestal) niet oversteken, is leidend. Natuurlijk heb ik al genoeg gezien, gehoord en gelezen. Natuurlijk heb ik serieus mijn twijfels maar daarover later meer, wellicht.

Een onfatsoenlijke vraag

De vraag wordt mij zo nu en dan gesteld: heb jij je al laten vaccineren? Ik antwoord met een simpel doch strategisch ‘voorlopig niet :)’ Ik wil het onderwerp op dit moment niet via dialoog bespreken omdat ik weet hoe fanatiek ik dan kan zijn. Zeker als ik een naar mijn idee domme opmerking hoor. Daarnaast is het ook een onfatsoenlijke vraag, het gaat je niets aan, het is privé is en juridisch wellicht te kwalificeren als medisch geheim.
Nu kan ik je schrijven dat ik weinig geheimen heb. In tegendeel, ik ben verhoudingsgewijs extreem openhartig. Ik weet echter ook uit ervaring dat ik dit onderwerp, voor de goede orde, beter niet van persoon tot persoon kan bespreken. Mijn manier van communiceren wordt door veel Mederlanders als te direct en agressief ervaren, vaak haal ik dan ook buiten proportie uit en plaats ik opmerkingen die ik later liever geanonimiseerd zou hebben. Gelukkig houdt het gesprek meestal op na mijn eerste antwoord. Soms volgt dan nog een aarzelend waarom en geef ik aan dat ik niet vertrouw op de kennis van de zittende regering of haar kennisleveranciers. Dan valt de dialoog stil. Niemand heeft ooit doorgevraagd.

Grom. Er schiet zo ontzettend veel door mijn geest. Ik kap er even mee en ga voor koffie. Ik krijg het niet zo snel weggeschreven vandaag. Zo veel onderwerpen: virussen, angsten, immuunsystemen, de geschiedenis, economie, politiek, communicatie, groepsgedrag, natuur, cultuur, motieven, zinloosheid, statistiek, interpretatie, logica, denkvermogen, onwil, luiheid, gemakzucht. Zo ontzettend veel om weg te schrijven. Ja, mensen willen mooie dingen horen. Als kerkklokken luidend in mijn hoofd.

Tot later, ik geef het op, voorlopig.

NS
IK haal mijn koffie en eet nog een stukje gebak. Ik lees mijn schrijfsels voor het eerst na als een gedachte binnen komt. Ik wil graag de verhalen van specialisten horen. Daarna wil ik het min of meer wetenschappelijk benaderen en het advies tot een nulhypothese verwerken om vervolgens onderzoek te doen. Dat is verantwoord.

Iets is waarheid totdat het tegendeel bewezen wordt :)

NNS
‘Kijk niet naar, luister niet naar, spreek niet uit en richt je niet op wat in strijd is met welvoeglijkheid.’ Dit is een citaat uit de leer van Confucius. Het is een interessante gedachte en het bediscussiëren waard, met alle respect. Sorry jung, dat moest eruit, met een grote glimlach :) vergeef het me, ik weet niet beter.

NNNS
Late die Kienderen toche Spielen en val ze niet lastig met propaganda, gratis testjes als voorbereiding op experimentele goedjes, die ze absoluut niet nodig hebben. Laat ze met rust! Ze zijn goed, ze zijn uitstekend, ze zijn beter dan wij!