Aandacht

“Geef je het boek bij Astrid af?” Peet heeft van Astrid een boek meegekregen en het ligt klaar om terug te geven. Alleen woont ze niet zo heel dicht bij ons in de buurt. Omdat ik vandaag voor afspraken in Roermond wil zijn, vraagt Peet of ik het boek bij Astrid op de praktijk af wil geven. Als ik beneden kom zie ik dat het klaarligt op de keukentafel. Ik open het boek en lees de eerste pagina’s en lees … heel veel Astrid.

  • Als de wekker gaat kriebelt Peet mijn rug. Even later vertrekt ze naar haar systeemplafond en geeft me een kus.
  • Ik sta op en doe een uurtje oefeningen op de grond.
  • Daarna lees ik een paar pagina’s en open mijn laptop.
  • Verwerk enkele impulsen aan de keukentafel voor ik me klaar maak voor deze boeiende afspraak.
  • Luca komt beneden en we praten over Cabo Verde waarop hij zich mateloos verheugt, hoge golven en woestijn. Hij kijkt iemand altijd heel direct aan. Maar eerst zijn stage nog afronden en hij trekt z’n jas aan.
  • Ik loop langs Liv en kriebel haar.
  • Om 10 uur wil ik rijden en ik neem een snelle douche en scheer mezelf. Trek heel obligaat een witte blouse aan want ik vind dat een smetteloos witte blouse uitstekend past bij een verkoper van zuivere lucht.
  • Onderweg naar Swalmen luister ik Spaanse muziek, in voorbereiding op Aruba, waar ik het Spaans mij eigen wil gaan maken. Luisteren naar Despacito helpt.
  • Ik spreek een tekstbericht in voor Astrid. Even later schrijft ze me dat ze vandaag niet op de praktijk is. Jammer.
  • In haar kamer zit nu een blonde vrouw die ik vertel over het boek van Astrid. Dat ik nog even een klein briefje wil schrijven. Ik stop het tussen de pagina’s ter hoogte van het gedicht.
  • Ik rijd door naar Café de Boei in Asselt en laat Cees en Peter weten dat ik er ben.
  • In ‘mijn‘ dialect spreek ik met de eigenaren van het restaurant en dat voelt altijd goed. We lachen wat en ik krijg de mooiste koffie.
  • Peter en Cees komen even later binnen en we kijken elkaar aan en schudden handen. Koffie en een tosti. “Wat een geweldig uitzicht” roept Cees en ik vertel hem dat ik op precies die plas – een grindgat – heb leren windsurfen, min of meer.
  • We rijden in een auto naar onze afspraak en ik maak een grapje met de receptioniste.
  • We schudden handen met Henk en Javier en een inhoudelijk en prettig gesprek ontstaat waarin we toekomstige knelpunten bespreken. We maken een vervolgafspraak voor een fabrieksbezoek in de buurt van Arnhem. Jazeker, stap 2.
  • Opnieuw beneden breng ik een andere receptioniste aan het lachen en laten we Peter even in de kou staan :)
  • We rijden terug naar mijn C1 die nog in Asselt staat voor een korte nabespreking bij een kop koffie. We zijn blij met deze prospect. We schudden handen en tot morgen.
  • Ik bel Steven. Of hij op de valreep nog even tijd heeft voor een kop koffie. Als ik hem na lange tijd weer zie, maak ik fysiek contact, maar Steven geeft liever een boks; overblijfselen uit een foute tijd :) Hij is, zoals altijd, druk druk druk, polst het financiële potentieel van dat waar ik nu een deel van mijn tijd in stop en vertelt over lopende perikelen in Swalmen en Polen. Samen laden we ‘oud’ ijzer in wat ligt te wachten om onder Oscar zijn Landroester te worden gemonteerd. Mijn C1 zakt bijna door de veren! We geven een high five en ik rijd verder.
  • Ik bel mijn moeder. “Mam, ik ben in Swalmen. Zin in een loempia?” Ik wip binnen bij de chinees waar drie jonge meisjes achter de balie staan te giechelen.
  • Mijn moeder kijkt vrolijk als ik binnen stap en ik kus haar op de mond. Ik houd niet van schijnkussen op de wangen. Doe me dan maar een omarming.
  • Ik bel Oscar of hij om 19 uur thuis is, zodat ik het schroot van Steven bij hem kan dumpen. Hij wil van zijn Landrover een orkaanbestendig voertuig maken en de bodemplaten moeten daarbij helpen. De Nederlandse wegen zijn woest. “Eet je mee?”. “Nee” is mijn antwoord want ik ga direct door sporten.
  • Ik neem even plaats aan de keukentafel. Ze eten iets wat op spaghetti moet lijken. Ik pest LeiLei met ‘jongerentaal‘. Omdat ik met Leon heb afgesproken kan ik niet langer blijven. “Tot vrijdag, sotally tober at Dollars”.
  • Als ik doorrijd richting Arnhem belt Cees me op met goed nieuws over Düsseldorf Flughafen. Ze willen een afspraak én een demonstratie van onze luchtzuiveringstechnologie. Als we Düsseldorf kunnen overtuigen komt de rest van Duitsland binnen handbereik. Ik ben al maanden bezig met prospecteren, maar in ‘ons-kent-ons‘ land helpen referenties.
  • Ik ben op tijd in het sportcentrum. Leon is laat. Ik bel hem want ik kan geen locker boeken. Als hij 15 minuten later binnen komt, pest ik hem samen met de bardame. “Hij wacht hier al een uur” roept ze :) We starten samen rustig op. Hij doet natuurlijk altijd een blokje meer dan ik :) en na 2 uur geven we elkaar een high five: “Tot zondag”.
  • Ik kom thuis en vergeet Peet te zoenen.
  • Luca wil weer vechten en hoort glunderend mijn snelle samenvatting over de gesprekken van vandaag. Hij heeft, als aankomend commercieel econoom, een redelijk idee van het potentieel.
  • Ik plof neer in mijn Captain Kirk stoel: “Scotty, full power to the screens”.
  • Gio komt naar beneden – als hij honger heeft – en is onder de indruk van mijn ‘kraagje‘. De jongens zien mij zelden ‘op netjes‘. Het tegenovergestelde is het geval. Niemand loopt er zo armoedig bij als ik.
  • Peet vertelt over de ervaringen onder haar systeemplafond. Wat kan ik doen? Alles is politiek. Zij wil gewoon kwaliteit leveren en baalt van het trekken en duwen, maar ze weet dat het is, zoals het is. Ze heeft dermate veel ervaring en professionaliteit in zich dat ze haar weg wel weet te vinden.
  • Ik leg nog een woordje met mijn moeder en ga naar bed.
  • Lees een paar bladzijdes en vertrek naar dromenland.

Het was een volle dag, spontaan opgebouwd, rondom een afspraak, in Roermond. Veel ogen ingezien, mensen aangeraakt, aangehoord en laten lachen.

Vandaag werk ik thuis, aan de keukentafel. Alleen, af en toe het zoemen van de koelkast, op de achtergrond en, zo nu en dan, stommelende geluiden van onze ‘Roommates‘ aan de andere kant van de keukenmuur. Ik ga joggen. Het vriest. Dikke jas, muts en handschoenen. Heerlijk. Na de lunch, langzaam weer starten met contacten leggen. Onderzoeken of ik sommige managers kan prikkelen en motiveren om het beter-dan-uitstekend te doen.

Zien, horen, begrijpen en aanraken. Alles is voeding.

NS
En het briefje aan Astrid legde ik op deze pagina:

NNS
Wat is het grootste geschenk? Ik schreef er ooit over, ofschoon, minder mooi verdicht dan Virginia Satir dat voor mij deed.