Oogkleppen

De laatste weken sport ik elke dag en let ik goed op mijn voeding. Vandaag leef ik ook bijna twee weken nagenoeg zonder socials, zonder nieuws, zonder suiker en heel veel minder brood. Ik baal van mijn gedrag, te veel vluchtige shit. Te weinig inhoud. Gio vertelde me enige tijd geleden dat ik nu niet meer weet wat ik een minuut geleden heb bekeken* . Ik weet dat het klopt. Koppen snellen, vluchtig. Letterlijk, vlug-tig. Letterlijk, vlucht-ig. Ik ben de baas.

* Nou Gi, een minuut geleden bekeek ik mijn eigen tekst :)

Rambam

Gisterochtend heb ik een lange fietstocht gemaakt met Leon. Eindelijk kan ik inhaken zonder helemaal buiten adem te komen en zelfs af en toe de kop nog overnemen. Voor het eerst in weken kom ik niet helemaal afgepeigerd thuis. Ooit kon ik in minder dan geen tijd mijn niveau omhoog krikken, ik noemde dat rambam training, meestal een tot twee weken knallen. Nu ervaar ik voor het eerst dat het veel langer duurt dan verwacht. Te lang heb ik niet op hartslag gesport.

Als ik het gras heb gemaaid wil ik niet in de tuin blijven hangen. Omdat ik geen koppen meer snel blijft er een heleboel tijd over. Ik wil graag het stadspark in. Peet voelt zich niet helemaal fit maar gaat mee. Opnieuw op de fiets :)

Als we even later de fiets hebben vastgezet lopen we samen naar het park. “Ik voel een afstand.” Peet loopt op dat moment over een vaag gedeelte van de weg en ik op het voetpad. Tussen ons in een fietspad. ‘Ik voel een afstand.’ Het is een zinnetje uit een wat oudere reclame van Primafoon – Afstanden Verdwijnen – waar twee mensen in hetzelfde roeibootje zitten en met elkaar bellen: ‘Ik voel een afstand.’

Ik vind het een heel sterke zin. Indirect houdt hij verband met het ‘Connecting People‘ van Nokia. Relaties tussen mensen houden me bezig. Als Peet het zinnetje uitspreekt moet ik lachen. Hoewel ik gisteren inderdaad onrustig was, voel ik met name afstand van de mensen die ik in de dagelijkse gang om mij zie. Gewoon, de willekeurige Arnhemmer of Nijmegenaar.

Ik spreek vaak mensen kort aan. Ik maak, bij het passeren of langslopen, vaak kort contact omdat ik dat normaal vind. Als ik mensen met het hoofd gebogen in de telefoon en tampons in de oren zie lopen dan pas ik. Het aantal contactgestoorde zombies neemt toe.

Ik voel ook een afstand tot de mensen met overgewicht. Zo veel mensen zijn zo overmatig vet. Ik wil daarin niet langer oordelen. Ik begrijp het. Ik begrijp hoe het komt. Het is een gevolg van de manier waarop onze maatschappij – de manier waarop wij leven – zich heeft ontwikkeld. Weg van beweging, weg van inspanning, weg van vers, weg van contact. Jazeker, zijn wij zelf verantwoordelijk voor onze keuzes, in de eerste plaats, maar het staatsbeleid helpt niet mee.

Ik zie geen snelle reparatie. Repareren van reeds verslaafde mensen, en dat zijn wij nagenoeg allemaal, is bijna niet te doen. Daarvoor zijn we te ver weg. Weg van de pijn, richting plezier. Weg van de moeite, naar het gemak.

Ik voel een afstand tot de mensen om mij heen. Ik begrijp niet hoe zij zich laten leiden. Dat mensen met gezond verstand letterlijk en figuurlijk, alles slikken, voor zoete koek. Vervreemding. Let’s have Dinner With André.

:)

En toch, met al die mensen kan ik ook lachen. Ik krijg nagenoeg altijd wel grappige reacties terug of een glimlach als ik de mensen aanspreek. Als ik wat meer tijd neem en een gesprek aanknoop vind ik regelmatig interessante ideeën of proef ik alertheid en scherpte. Ik kan van iedereen leren.

Shanghai aan de Noordzee

Er is weinig stilte in Nederland. Als ik gisteren met Leon onderweg ben fietsen we 70 kilometer. Nergens, en dan ook nergens, vind ik een moment van rust. Overal zijn mensen, op hun gemakkelijke elektrische fietsjes; fietsen was ooit een werkwoord.
Als ik ’s avonds met Peet een documentaire bekijk over de Karpaten in Roemenië dan zie ik natuur en ruimte. Nederland is in de korte tijd dat ik besta veranderd in een groot stedelijk gebied met mooi aangelegde parken. Ik begrijp het. Het is logisch dat Nederland een metropool wordt, een grote stad die zich uitstrekt van de randstad tot aan het Ruhrgebied. Shanghai aan de Noordzee.

Ik zie genoeg schoonheid en hoef me niet met iedereen te verbinden. Ik bepaal zelf wat en wie ik wil zien. Wellicht moet ik oogkleppen dragen,

NS
Ik heb in mijn jeugd lang zonder bril gekund. In de collegezalen luisterde ik goed en nam ik over van mijn buurjongen. Ik herinner me nog precies het moment dat ik voor het eerst met een bril naar buiten keek. De scherpte van blaadjes in een boom. De beweging van het blad. Ik was verrast. Er komt veel binnen als je scherp ziet. Misschien moet ik mijn bril wat vaker laten liggen.